Rond 1800 vond de zout-/halotherapie zijn oorsprong in de zoutmijnen van Oost Europa. Deze zoutmijnen hebben een uitstekend klimaat. De temperatuur en luchtvochtigheid zijn ideaal. Men ontdekte dat de mijnwerkers die dagelijks in de zoutmijnen werkten zeer weinig ademhalingsproblemen hadden en amper ziek waren. Dit omdat ze continu heel kleine zoutdeeltjes inademden. De Poolse arts Dr. Feliks Boczkowski ontdekte in 1838 dat dit enorme gezondheidsvoordelen had. Hij opende toen het eerste gezondheidscentrum Wieliczka Salt Mine en heeft hiermee de basis gelegd voor de halotherapie.